Ook: kiddelig (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), kiedelig (Kop van Drenthe), kietelig (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), kittelig (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), kielig (Kop van Drenthe), killig (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), killerig (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), kieterig (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), kietels (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), kittels (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
gevoelig voor kietelen
Ze schaterde het uut, as heur va heur kietelde, ze is zo killerig (Noordscheschut)
IJ moet mij niet ankomen, ik bin aordig kielerig (Zweelo)
vurig(Zuidwest-Drenthe)
Een jong peerdtie kan kittelig wezen (Dwingelo)
gevoelig reagerend, snel boos(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)
Die koe is zo kittels, ...kiddels
Doe ik dat tegen hum zee, weur hij een beetien kietelig, doe weur hum het haor warm (Zuidwolde)
Die kan niks verdragen, die is drekt kietelig (Pesse)
Wees maor veurzichtig, dat peerd is aordig kietelig