klapen werkwoord, zwak, (on)overgankelijk, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: klaepen (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. licht dorsen, zodat het stro heel bleef en gebruikt kon worden voor bijv. dakstro. Alleen de bovenst

    Wij mussen dan nog even een legge klapen, dat was veur dekstro en het voren van het vie; der zaten n (Sleen)

    Veur dakstro of beddestro gungen ze de rogge klaepen (Wapserveen)

    klaampen

    klappen

    klapgarve

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...