iem. die veel werk verzet en veel aandurft (zd, md, vk), ook van een paard gezegd(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Een klauwerd is een vreuter (Rolde)
Dat pèerd is een klauwerd, die komt er wal deur (Sleen)
iemand die alles neemt wat van zijn gading is (zov, kvd, zwz), ook een dief(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Die klauwerd jat alles bij mekaar (Fluitenberg)
harde trap, klap (md), zie ook
klauw
onrustig paard(Zuidwest-Drenthe)
Een peerd, dat een boel klauwt mit de veurpoten is een klauwerd (Wapserveen)