klei de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: klaai (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), klai (Veenkoloniën)

  1. klei

    Klei hebbe wij in hier in Drenthe niet (Ruinen)

    Van klei kuj mooie dingen maoken

    Bakstainen maokt ze van klaai (Eexterveen)

    Het is een lompe kerel, net of hij zo uut de klei etrokken is (Meppel)

    Het is zo vet as klei (Anderen)

    Zie ook:
  2. leem(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Blauwe klei

    Aj deur de klei bint, dan kriej driefzand (Erm)

    Wij moet nog klei halen oet de kleikoelen (Sleen)

    liem

    Zie ook:
  3. kleistreek, meestal in de provincie Groningen

    Hij komp van de klaai

    We moeten de iemen even naor de klei brengen, naor het koolzaod hen (Klazienaveen)

    Paartie viendt eerpels van de klei lekkerder (Broekhuizen)

    *Hoe zwaorder de klei/Hoe lomper de ossen/ Hoe schraoler het zaand/Hoe lozer de vossen (Zuidwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...