kliederig bijvoeglijk naamwoord
  1. kliederig

    Het is op het ogenblik wal kliederig op het laand (Hijken)

    Harregat, wat is dien jas ja kliederig (Valthermond)

    Het is kliederig spul

    Hie kik zo kliederig oet

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...