kliems bijvoeglijk naamwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: klaims, kleeims (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), kleems (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), kleims

  1. kleverig, niet goed gaar

    Dat brood is kleims, het is neit goud gaor (Emmer Erfscheidenveen)

    Wat is die koouk kleems, het blef je an het gehemelte zitten (Gasselte)

    Een kliemse streek deur het brood kwam, umdat de ovend niet waarm genog was

    klifferig

    Zie ook:
  2. zurig van brood, koek etc.(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...