klienen overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: klainen (Veenkoloniën), klenen (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), klunen (Zuidwest-Drenthe Noord), kluun (Zuidwest-Drenthe Zuid), kluun III

  1. klein maken of fijn verdelen

    Ik mo die dikke kloeten nog wel flink klenen (Diever)

    Hij is niet in huus, hij is hen mes klenen (Noordscheschut)

    Zorren klainen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...