kling I -en, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe

Ook: klink (Kop van Drenthe)

  1. schede

    De kling is de sluting van de de baarmoeder (Wapserveen)

    oetwendig vrouwelijk geslachtsdiel (Grolloo)

    geboorteweg van het kalf (Nijeveen)

    Het kalven gunk niet makkelijk, de kling van de koe was hielemaol op ezet (Broekhuizen)

    Jonge motten willen wel is wat bluien, dai hebben een gaile kling (Peize)

    vazel

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...