klobbestoel de, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: klobber(d), klob..., klobber, klobber..., klobberd, klobstoel

Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Pan, Drenthsche woorden en spreekwijzen. Assen 1848 & J. Pan, Drenthsche woorden en spreekwijzen. Assen 1848
  1. kinderstoel met een

    klobbe

    Zie ook:
  2. grof gebouwd persoon(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wat een klobbestoel, die meid, het is net een kerel (Broekhuizen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...