kluwen -s, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: kloew, kloune (Veenkoloniën), klouwen, klowen, kloun (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), kloen

Bron: J. Poortman & J. Poortman
  1. kluwen

    Dat kloun zit in een fosse (Barger Oosterveld)

    Ik mot nog even ain neie kloune anhechten (Valthermond)

    Een klouwen wol van gesprenkeld gaoren (Eext)

    Wie hef oe zo'n mooie klouwen op ewunnen? (Diever)

    Het is op een klein klouwentien, ...op een kört klouwentien, ...kluwentien wönnen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...