knaokerig bijvoeglijk naamwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: knaokelig (Zuidwest-Drenthe Zuid), knaokig (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), knokkerig (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), knokerig (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. knokig, mager

    Hij hef knaokige handen (Barger Oosterveld)

    Dei kou is zo knokkerig, door kin je de pedde aan ophangen (Emmer Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...