barsten, uit zijn voegen barsten
De naod van de jas knirst lös (Eexterveen)
Hij knirst oet de jasse (Roderwolde)
De voring wil nog wel ies knirzen (Norg)
De modder knirste hom tusken de tonen deur (Roderwolde)
As der druk op komp, dan knirst het er oet (Zuidlaren)