knobbe -n, -s, de, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord Bron: A. Dening
  1. ,

    Der bint mèensen, die hoolten knobben an de deuren hebt (Schoonebeek)

    Zie ook:
  2. bloemknop(Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Der zit een knobbe in de geranium (Oosterhesselen)

    Zie ook:
  3. knobbel(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Der zit een knobbe op (Hoogeveen)

    Een stok met een dikke knobbe (Dalen)

    Zie ook:
  4. grote hoeveelheid(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Der zit nog een hiele knobbe wark in

    Daor zit nog een hiele knobbe veen (Zuidwolde)

    knop

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...