grote hand of vuist(Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)
Wat hef die een paar dikke knoffels (Wijster)
Die zit altied overal met de knoffels an (Hijken)
Die had wel wat in de knoffels
knoest
flinke klap, stoot(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Ik gaf hom een beste knoffel (Roderwolde)
Hij hef een beste knoffel had van dat peerd (Borger)