knooier(d) -s, de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: knuier (Zuidwest-Drenthe), knoeier (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. knoeier

    Dat is wal zo'n aole knooier, hij schöt gien mieter op (Hooghalen)

    Der

    komp

    niks goed uut zien haanden, het is een grote knuier (Meppel)

    knooiboks

    Zie ook:
  2. harde werker(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Een knooier kan ook iene wèzen, die hard warkt, iene, die der tegen knooit um wat veuruut te komen (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...