knot -ten, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: knöt (Midden-Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), knotte (Zuidwest-Drenthe)

  1. knot

    Hij was an het braaien, maor kwam net een knot gaoren tekort (Barger Oosterveld)

    Der gaot twei knot wolle an een paar sokken (Elim)

    Vief knotties is een bos (Eext)

    Zie ook:
  2. zaadhuisje(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord)

    Het mag op het vlas nog wal even dreugen, de knotten bint nog niet good riep (Hijken)

    Der zit veule zaod in de knotte van de sparre (Wapse)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...