Ook: knöggen (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), knoggen (Zuidwest-Drenthe Zuid)
steunende geluiden maken, licht kuchen
Ze maakt het niet lange meer, ze lig alsmor te knoggen en te geunzen
Korte geloeden was knöggen, wat langere stennen (Barger Oosterveld)
Hij knugt aaid an (Sleen)
Hij löp maor te knuggen en te hoesten (Hoogeveen)
kuchen