knullig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. knullig, onbenullig, dom

    Wat stiese daor weer knullig te kieken (Coevorden)

    De kwestie mit het waterschap was deur de ingelaanden wat knullig an epakt (Meppel)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...