kokkerig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: kokkerachtig (Kop van Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. onnozel, dom

    Doe toch niet zo kokkerig (Sleen)

    Wat hest doe die daor

    ja

    kokkerig aansteld (Valthermond)

    Ze bennen wat kok

    ker

    achtig te waark gaon (Eelde)

    kokachtig

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...