kopholt het
  1. (dikke) takken van een boom

    Het kopholt begunt, waor de stam zuk splitst (Sleen)

    Der zit nogal wat kopholt in die boom (Eext)

    Van kopholt kuj draodpaolen maken en takkebossen (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...