krèeien onovergankelijk, werkwoord, zwak

Spellingvarianten als bij: krèei

  1. kraaien

    Vrou in de mörgen begunt de haone te kraaien (Emmer Erfscheidenveen)

    Laot ze mor hen krèeien

    Hij kraaide het uut van plezier (Klazienaveen)

    Zie is ok weer an het krèeien, zie komt der bovenoet

    Zie ook:
  2. schrijnen(Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Wat is het èten ja zolt, het kreit mij deur de hals (Hoogeveen)

    *Vrogger kreiden de hanen, nou doet ze allend de bek nog lös, zee de dove boer (Nieuw Amsterdam)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...