kraans -en, kraan, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: krans (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), kraanze (Zuidwest-Drenthe), kranze (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), kraanslaoge

  1. krans

    Der zat een krans in de veren van het kussen van de zeike en daorum weurd ze ok nich beter

    De burgemeester hef een kraanze elegd (Zuidwolde)

    Zie ook:
  2. buikvlies met het daarin zittend vet

    Dat zwien dat kun niet langer leven, dat haar de krans kepot (Klazienaveen)

    Wij moet de kraans nog ofplukken

    Zie ook:
  3. rij rechtopstaande turven op scheiding van zijwand en gevel in de turfhoop (zo) 'De Knaolster turfbu

    kraanslaoge

    kransbult

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...