krabsel -s, het, Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. kuiltje van de mannelijke kievit

    Der bint nog gien kieftennösten, wal veul krabsels (Dalen)

    Er zullen wel gauw aaier kommen. Ik heb een krabsel vonden (Roderwolde)

    krabbe(koeltien)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...