kranig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: kraonig (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), kraenig (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. kranig

    'n Kranige vent (Padhuis)

    Zij holdt heur kranig (Elim)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...