Ook: krappe (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), krabbe (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
houten sluiting, sluithout
De peerdeklap wuur vastzet met 'n krappien (Sleen)
Vrogger hadden de butendeuren 'n klinke, maor de binnendeuren en de kastedeuren hadden 'n knoppe of (Hoogeveen)
De krappe toedreien
slot van een kerkboek of bijbel
De krap van een kerkbouk was vaok van gold of zulver (Peize)
haak aan de ladder van een wagen voor het bevestigen van de ponderboom(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Maak de achterliende goed vaste an de krappe, det mij de boel niet lösschöt (Ruinerwold)
verdikking op hoorn van een rund(Zuidwest-Drenthe Noord)
Hij hef al een paer krappies an de hoorns