krauwel -s, de, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: krauwer (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. krauwel, soort vork met haaks op de steel staande tanden, ook gebruikt als soort handcultivator

    Mit de krauwel de mest van de wagen oftrekken (Barger Compascuum)

    Haal mij die krauwer even op, ik wil de tune even deurkrabben (Klazienaveen)

    krabber

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...