krauweln overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. kriebelen(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Een hond en 'n kat wilt graag over de kop krauweld worden (Schoonebeek)

    Het krauwelt mij op de rogge van het heuizaod (Ruinerwold)

    Hij krauwelt der wat in umme

    kriebeln

    Zie ook:
  2. op een bepaalde manier zwemmen(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord)

    Ie kunt jao niet zwemmen, ie krauwelt (Zwiggelte)

    Zie ook:
  3. bewerken met een(Midden-Drenthe)

    krauwel

    Ik wil dat stukkie toen nog even krauweln (Gasselte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...