kriebelig bijvoeglijk naamwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: kriewelig (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. snel gepikeerd, narrig

    Hij wuur der kriebelig van, toen het zo lang duurde (Padhuis)

    Zie ook:
  2. priegelig(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Wat een kriebelig wark, die draod deur de naalde kriegen (Padhuis)

    Zie ook:
  3. met kleine figuurtjes

    Het is zo'n kriebelige jurk, dat draait je veur de ogen (Barger Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...