krimmeneren onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord

Ook: krimmenelen (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), ..nèren (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. kreunen

    Ik krimmeneerde van de piene (Hoogeveen)

    Zie ook:
  2. klagen

    Ze döt niks as krimmeneren (Roderwolde)

    Hij krimmenèert maor deur

    Zie ook:
  3. over iets doordenken(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Het luut mij niet lös, ik zat er nog over te krimmeneren (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...