kroes II bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. gekruld

    Die hef mooi kroes haor (Odoorn)

    Oous moous is gooud kroes

    Zie ook:
  2. in kreukels(Kop van Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

    Wat is die boezeroen kroes (Klazienaveen)

    Zie ook:
  3. rond en net(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord)

    Het is zo'n mooi kroes struukie (Diever)

    droest

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...