kroppen werkwoord, zwak, (on)overgankelijk, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: kröppen (Zuidwest-Drenthe)

  1. verdragen, uithouden, bolwerken(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe)

    Hij kun het niet meer kroppen, de boel is verkocht (Klazienaveen)

    Hij kropt het hom neit

    Zie ook:
  2. tot een krop worden

    Die kool kropt al mooi (Nieuw Amsterdam)

    Zie ook:
  3. verwaand doen(Kop van Drenthe)

    Dat mens zit aordig te kroppen (Norg)

    Zie ook:
  4. vijandig doen(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Dat kröpt maor tegen mekare

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...