kruperig bijvoeglijk naamwoord, bijwoord

Spellingvarianten als bij: krupen

  1. kruipend(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)

    Dizze plaante is mooi kroeperig (Diever)

    Waetermiere is kroeperig goed (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. onderdanig

    Het is vaoke: kroeperig veur de baos, schuppen naor de knechts (Hoogeveen)

    Hie haar wat te verbargen, want hie dee zo kruperig (Balloo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...