kruuk kruken, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: kroeke (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), kruke (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. kruik

    Het is kaolder worden, wij neemt de kruuk met hen bedde (Zweelo)

    Zie ook:
  2. drinkkruik

    Vroeger nam ze een stenen kruke met hen 't laand, later een blauwe pulle (Hijken)

    Een kruukie jenever (Dwingelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...