kullen I (on)overgankelijk, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. foppen, bedriegen(Zuidwest-Drenthe)

    Nou he'k je mooi even kuld, hè? (Roderwolde)

    Dat pèerd kult oes

    Zie ook:
  2. trillen van de oogleden(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    De ogen kult mij zo, dat komp van al dat turen (Hoogeveen)

    költ mij, ik moe een bril hebben

    De ogen zult je wel kuld hebben, want het zöt er anders oet, aj daor vertelt (Oosterhesselen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...