Ook: kwaanswies (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), kwieskwaans (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), kwaansgewieze (Zuidwest-Drenthe Zuid), kwaansie (Kop van Drenthe), kwaanswie (Midden-Drenthe), kwaansies (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), kwasies (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), kwanswies (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), kwansuis (Veenkoloniën), kwaanswils
quasie, net alsof doende
Ik keke kwaanskwies naor buten, mor ik haar hum best in de gaeten (Diever)
Die jongen doet kwieskwaans of ze an Sunterklaos geleuft, mar op zes december proot ze wel aans (Broekhuizen)
Zij kan zo mooi kwaanswies 'n bosschuppie maken (Hoogeveen)
Zo kwaanskwies mèuk hij de vèters vaste en lusterde mitiene naor het geproot van de koopluu (Ruinerwold)
Iene kwaanskwies wat vraogen (Dwingelo)
zo maar wat, zo maar even(Midden-Drenthe)
Ik heb zo maar kwieskwaans wat opschreven (Beilen)