kwabbe -n, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: kwab (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), kwabe (Kop van Drenthe), kwabbel (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), kwebbe (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), kwubbe

Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak
  1. kwab

    Die vette koe hef hiele kwabbe in de vang (Stieltjeskanaal)

    Die koe hef 'n dikke kwabbel an de hals hangen (Buinen)

    dikke kwabbels vet (Drouwen)

    Oes ootien had twee kwabben onder de kin (Roswinkel)

    Wat hes do van die dikke kwabbels under de kin, hoe kresse dat (Padhuis)

    Zie ook:
  2. dik mens(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Een kwabbe is een sobberig meinse (Wapserveen)

    Zie ook:
  3. stuk veenachtig laagland, weke, moerassige plek(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    In Gerrit Busmaker zien Broek luup een hiele kwabbe dwars deur (Sleen)

    Een kwabe wör vrouger met de zwao maaid (Roderwolde)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...