kwabbelig bijvoeglijk naamwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: kwabberig (Zuidwest-Drenthe), kwabbig, kwebbig (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), kwebbelig (Midden-Drenthe)

  1. beide in bet. 2

    Zie ook:
  2. kwabbig

    Hie is kwabbelig van dikkigheid (Sleen)

    Wat hef die man een kwabbig figuur (Klazienaveen)

    Zie ook:
  3. veenachtig, van laag gelegen land(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Je moet dat peerd zakken um de poten dooun, want dat laand is nogal wat kwebbig, aans kan e der niet (Gieten)

    Dit land is aaid al kwabbelig west, het veert hielemaol (Padhuis)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...