Ook: kwakke (Zuidwest-Drenthe)
klap, smak
Hij gooide het er met een kwak op (Barger Oosterveld)
Ik heurde een doffe kwak en daor lag hij (Geesbrug)
Hij hef een hele kwak emaakt
weke massa, hoop, flard
Ik kreeg ain kwak slagroom over mien mantel (Tweede Exloërmond)
Zie kregen der almaol 'n kwak van (Sleen)
Een kwakke modder (Dwingelo)
Pas mor op veur een kwak spei (Norg)
grote hoeveelheid(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Wat lig daor een kwak modder (Hollandscheveld)
Hij haar 'n beste kwak op