lösjagen sterk, werkwoord, (on)overgankelijk
  1. losjagen, losmaken

    Ik mös mit um het wild los te jagen (Barger Oosterveld)

    Die wiend zal die dikke locht nou wel lösjagen

    Zie ook:
  2. Hie wil alles met een aander lösjagen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...