löslopen onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. loslopen

    De hond lop los in de bos en dat mag nich (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. Aj nog een meid wilt hebben, die lop nog lös!

    Zie ook:
  3. goedkomen

    Het löp wel lös mit hum (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...