lakenvelder I -s, de

Spellingvarianten als bij: laken

  1. lakenvelder, koe met een geheel wit middenstuk

    Der is gien lakenvelder zo bont, of der zit een zwart plekkie an (Hoogeveen)

    Zie ook:
  2. gezegd van andere dieren met wit middenstuk

    Hij het een mooi toompie laokenvelders in het hok

    Tegen miskleurige sikken zeden ij ok lakenvelder (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...