lawaai het, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: lewaai (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

  1. lawaai

    Wat een lewaai, ik kan der niet bovenoet kommen (Eext)

    Hie hef aaid een boel lawaai (Stieltjeskanaal)

    Het was lawaai um niks

    Ze hadden een lawaai as een oordiel (Balloo)

    ...as het laatste oordeil (Barger Compascuum)

    ...as een heidens oordeel (Hoogeveen)

    ...van je welste(r) (Norg)

    ...of de wereld verging (Padhuis)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...