Ook: leb (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
lel
De haan hef zien leb bevreuren (Borger)
An de lebben van de haone kun ie zein of e gezond is (Roswinkel)
(meestal verkl.) oorlel(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Pas op, aans zal ik je es even bij de lebbegies pakken (Hijken)
snotbel(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Die hef een leb an de neus hangen (Wijster)
stevige klap(Kop van Drenthe)
As de jong van mien buurman ondeugend was, kreeg hij een leb an zien kop (Peize)
lel