Ook: lèeg (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), leug (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), l-ge (Zuidwest-Drenthe Zuid)
vormt met veel ww. een samenstelling; ze zijn niet alle opgenomenleeg, ledig
De koffiepot is lèeg en nou kriew een borrel (Ruinerwold)
Hai blödde haost leeg (Eexterveen)
Aj de portmenee leeg hebt, kuj niet veul kopen (Eext)
Ik bin leeg
Ik wus niks meer, ik was hielemaol leeg
Ik kan niet meer, ik bin hielemaol leeg
Hie stun met lege handen (Buinen)
Waarkelozen hebt mor een leeg bestaon (Diever)
Ik bin zo leeg in het heufd
Lege handen doun nooit wat gouds (Valthermond)