legeteren overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe
  1. legateren, vermaken

    De beron legeteerde zien huusholdster mit een bedrag det genog was om stille van te lèven (Meppel)

    Ik wil de kerk nog viefdoezend gulden legeteren (Eexterveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...