Spellingvarianten als bij: leiden II
leiding, toezicht
Hij hef de leiding van de vergadering (Wijster)
Der gunk barre weinig uut van zien leiding (Diever)
As er wat fout giet, is miestal de leiding anspraokelijk (Oosterhesselen)
transportleiding
Nich te deip spitten, der lig een leiding langes (Barger Oosterveld)
De leiding van de pompe was lek
De leiding lop in het lang deur het laand en komp oet in het Deeipie
leider