lekken onovergankelijk, werkwoord, zwak
  1. lekken

    As het raaitdak te dun wordt, begunt het aordig te lekken (Eexterveen)

    Kraantie, kraantie lek, lek, lek/Jenever is mien trek (Hijken)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...