Ook: lelle (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)
lel
Een kalkoen het een grode lelle (Emmer Erfscheidenveen)
oorlel
Hij had het lellegien van het oor bevrèuren (Hollandscheveld)
lellebel
Wat een lelle van een wief (Padhuis)
lellebel
flinke klap of trap
Ik zal oe een flinke lel verkopen (Ruinerwold)
Ik zal die balle een lelle geven (Klazienaveen)
groot glas(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Dat is een lel van een borrel (Hoogeveen)
(kvd), in
Het is niks as lellen en bellen