leperd -s, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe

Ook: leeiperd (Kop van Drenthe)

  1. leep persoon

    Een leperd is eine, dei zuk wat onneuzel veurdut, mar ondertussen wal beter wet (Barger Oosterveld)

    is wat gemain (Eexterveen)

    gemain loos (Zuidlaren)

    meer slim dan gemien (Padhuis)

    gehaaid en slim (Sleen)

    niet sluw of gemeen, eerder een loosie (Drouwen)

    Een leperd is het neet

    leep I

    As leperdtie dood is, dan wor ie het

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...