levensdagen meervoud
  1. dagen van iemands leven. Met ontkenning: nooit

    Nooit van mien levensdaogen kom ik daor weer

    Hai het het van zien levensdaogen nog nait zo goud had (Valthermond)

    Ik wil het van mien levensdaogen niet hebben

    Het gung al zien levensdagen goed

    Dat zal hum al zien levensdagen bijblieven

    Dat doe ik mien levensdagen nooit weer

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...